Halleluja, het is lente! Ieder jaar weer voel ik eind september lichte wanhoop, over de snel korter wordende dagen. De donkerte die voor ons ligt. De vallende blaadjes, de kou. Ik worstel me erdoorheen, op weg naar het eerste sprankje hoop op 21 december, als de dagen weer gaan lengen. De laatste ruk, tot pak-hem-beet half maart, zing ik op mijn tandvlees uit.
En dan is het lente! Ieder jaar ben ik er weer verbaasd over, dat het echt echt écht weer lichter wordt, van dat mooie, schone licht. Dat aan de bomen kleine donkere knopjes ineens openbarsten tot heuse blaadjes, in het teerst denkbare groen. Dat de vogels het weer doen, lyrisch alsof ze op een festival aan de XTC hebben gezeten. Dat de mensen spontaan naar je lachen en ‘heerlijk hè?’ verzuchten.
Twee weken geleden had ik een vrouw aan de telefoon. Huilend. Tien jaar samen, drie kinderen onder de 7. Een collega had haar geadviseerd mij te bellen. Ze kon al een week lang alleen nog maar huilen. Ze wist niet meer of ze nog wel wílde, met haar man.
Kak. Mijn hart doet altijd zeer als ik mensen moet afwijzen omdat ik vol zit. Zeker als de nood zo hoog is. Ik wijs haar op de website van de Stichting EFT, waar honderden collega’s uit het hele land te vinden zijn. En wens haar sterkte.
Van de week stopte een stel, midden in een traject. Hij is zo depressief dat hij eerst individueel aan de slag wil, meer zit er even niet in.
Ik belde de vrouw op, dat ik aan haar moest denken; als ze wil, heb ik een plekje. Nou, zegt ze, zachtjes, dat is lief. Maar eigenlijk was het al te laat. We hebben al een mediator benaderd, we gaan uit elkaar.
Nogmaals kak. Ook al is dit helemaal niet mijn verantwoordelijkheid, toch vind ik het jammer als ik hoor dat een relatie sneuvelt, zonder dat een stel eerst in therapie is geweest. De uitkomst van zo’n traject kan heel goed zijn dat de relatie eindigt, maar dan heb je in ieder geval onderzocht of reanimatie nog iets uithaalde.
Ik weet hoe het kan voelen. Ik ben twee keer – we zijn inmiddels 30 jaar samen – op het punt geweest dat ik het niet meer zag zitten. Toen onze zoon een kleutertje was. Toen vroeg ik me af of ik een jaar later op een flatje zou zitten, met een vijfjarige en een lijf dat te brak was om te werken. En tien jaar later, toen ik na drie weken vakantie zonder manlief merkte dat ik hem helemaal niet gemist had. Sterker nog, ik vond het heerlijk. Mijn man zat al een jaar in een burnout, en het werd me te zwaar. Ik kon niet meer. Toen er ook nog een aantrekkelijke ander voorbij kwam in mijn leven, werd het kantje-boord. En toch voeren we verder.
Als je dit leest, en je zit in zwaar weer, en je bent eigenlijk al aan het voorsorteren op schipbreuk – je fonkelnieuwe reddingsvest ligt klaar en stiekem hou je je ogen al open voor een leuk, nieuw bootje: wacht dan nog heel even.
Net zoals de lente je in al haar schoonheid ieder voorjaar weer kan overrompelen, warm kan maken van binnen en zinnig in het leven, zo kunnen uitgebluste relaties opbloeien met voldoende tijd, liefde en aandacht. Het kan echt. Ik zie het keer op keer. Vaker wel dan niet slaagt zo’n reanimatiepoging. Bel mij. Of een collega. Maar doe het, en vertrouw erop dat het weer lente kan worden in je relatie, ook al geloof je er nu even niks van.
Recente reacties