Liefhebben a.u.b.
Dinsdagochtend, 22 maart. Ik ben net wakker, scroll wat door mijn Facebooktimeline. Een rood NOS cirkeltje kleurt mijn statusbalk. Ik lees tot mijn schrik dat er explosies zijn geweest op Zaventem. Ik vloek. Zo dichtbij.
Een dik uur later weer een melding. Ik zit op de bank met stapels wasgoed om te vouwen en strijken en zet de televisie aan. Ook het metrostation is getroffen door een aanslag. De tranen rollen over mijn wangen. Alle mensen in Brussel moeten binnen blijven. Een poosje later: er is weer een explosie gehoord. Ik zit verstijfd voor de TV: hoeveel nog? Even later blijkt het een gecontroleerde explosie van een verdacht pakketje. Pfff.
Intussen rolt op de teletekst een regeltje voorbij: alle Belgen wordt aangeraden binnen te blijven. Ik denk aan mijn oud-oppaskind S., studerend in Antwerpen. ‘Antwerpen is geen Brussel’, spreek ik mezelf toe, maar mijn oppashart laat zich niet temmen en is al aan het typen op Facebook: ‘Ha liefje, jij OK en niet alleen?’. Ze stelt me snel gerust. Ik beken haar dat ik het liefst in de auto zou stappen om haar op te halen.
Gisteravond aan tafel bespraken we hoe akelig het was, de elkaar opvolgende explosies, het oplopende dodental, de ooggetuigenbeschrijving van rennende mensen met afgerukte ledematen en verschroeide gelaten. Mij raakte het tot op het bot. Na deze dag wil ik eigenlijk alleen maar thuis zijn en dicht tegen elkaar aan op de bank kruipen. Iedereen in de buurt. Maar ik heb nog een werkoverleg in Den Haag. Daar hoor ik ook. Dus ik poets me op, doe een jurkje aan om me wat beter te voelen en stap in de auto. De presentatie over psychiatrisch patiënten en hoe met hen om te gaan als vrijwilliger bij de politie hoor ik, maar ik ben er niet echt bij, hoe na het onderwerp me ook aan het hart ligt.
Om elf uur ben ik thuis. Ik open mijn mail op mijn telefoon en mijn beste vriendin, die ik eerder op de dag appte: ‘Wat een wereldleed vandaag’, stuurt me een gedicht. Van één van mijn favoriete schrijvers. Griet op de Beeck verwoordt het mooier dan ik ooit kan. Er is geen regel die ik niet onderschrijf. Troost en bemoediging. Dank.
Griet op de Beeck
Laten we durven
Laten we graag zien, omdat we dat kunnen
En leven, voluit en gretig, omdat wij dat mogen
En het daarom dubbel zo goed moeten doen
Laten we beter leren weten
Niet meer morsen met de dagen
Die al die anderen daar vandaag,
Zomaar ineens zijn kwijtgeraakt
Laten we geen engelen zijn
Maar als het kan toch ook geen duivels
Laten we mensen zijn
En helemaal onszelf worden
Niet wie we denken dat anderen wilden dat we waren
Laten we moed houden, durven wankelen
En redden wat er te redden valt
Onszelf bijvoorbeeld en mekaar
Laten we stoppen met hopen
En doen wat moet gebeuren om het te doen gebeuren
En mild zijn voor wie dat nog niet kan
Laten we ze open laten, onze deuren, onze armen, onze geesten
Laten we pantsers afleggen
En het en de anderen tegemoet treden, telkens weer
Laten we slapende honden keihard wakker maken
Blijven geloven in dromen die ook uitkomen
Veel verwachten, genoeg spijt hebben
In zeven sloten tegelijk lopen
Alle dingen aankijken, ook dat wat ons verontrust
En laten we minachting koesteren voor de hopeloosheid
We weten wat we waard zijn, onszelf gunnen wat we verdienen
Want dat is vaak meer dan we geneigd zijn te denken
En laten we begrijpen wat de liefde is
Onthouden dat dat alles is
Of toch bijna
Laten we durven
Ja
Recente reacties