Lief en Leed

Het is dat ik écht in de liefde geloof… Maar ik zie beroepshalve heel veel relatieleed. We rommelen maar wat aan, relatietechnisch. Veertig procent van de relaties strandt. En vaak loopt de relatie die we daarna hebben wéér mis.

Als het dan zo vaak mis gaat of niet leuk is, waarom willen we het dan toch zo graag? Waarom dromen zelfs happy singles stiekem wel eens van ‘lang en gelukkig’ terwijl er om ons heen zoveel variaties van ongelukkig te vinden zijn? Kort én lang ongelukkig. Waarom blijven we ernaar verlangen?

eerlijk zullen we alles delen

Uitgepraat

Ik zie in mijn praktijk veel vreugdeloze relaties. Mannen en vrouwen die zich niet meer op hun gemak voelen bij elkaar. Die zichzelf én elkaar kwijt zijn. Die volkomen geabsorbeerd lijken te worden door hun werk of door de kinderen. Die veel in hun mobiel of achter hun laptop zitten. Die hun enthousiasme over hun werk vooral delen met hun collega’s. Partners die al tijden niet meer vrijen maar nog elke avond vragen: ‘Hoe was je dag?’. Die het nog jaren volhouden terwijl de sjeu eruit is. Mensen die zich mét relatie eenzamer voelen dan ze zich zonder relatie ooit hebben gevoeld.

Gehard-wired voor contact

Relaties zijn net hogere wiskunde. Als je het snapt, is het logisch:

Mensenkinderen zijn voor hun overleving aangewezen op langdurige zorg door volwassenen, ouders. Kinderen hebben die ouders nodig voor hun veiligheid, voor warmte, om hen te helpen de wereld te verkennen en zich te ontwikkelen. Volwassenen hebben andere volwassenen nodig voor het voortbrengen van nageslacht. Nogal wiedes : ) En volwassenen hebben hulp nodig van anderen om hun kinderen groot te brengen. Daarom zijn mensen, groot en klein, ingesteld op het maken en onderhouden van contact. Op het aangaan van relaties.

Contact willen maken zit dus in onze genen. Het is ons zó ingebakken, dat we het ontbréken van contact als stressvol ervaren. We willen relaties en zonder relaties voelen we ons eenzaam. Eenzaamheid verhoogt zelfs de sterftekans.

Wat willen we dan?

In dit licht is het lógisch dat we een partner willen. En hoe ziet de taakomschrijving eruit?

  • Iemand om mee samen te zijn
  • Iemand die ons stimuleert om het beste uit onszelf te halen, die ons een veilige basis biedt
  • Iemand die er voor ons is als er grote en vervelende dingen gebeuren in ons leven
  • En bovendien iemand om mee te vrijen, als we daar zin in hebben. Want zonder partner is regelmatige seks organiseren wel een beetje een dingetje ; )

We willen iemand ‘om ons leven mee te delen’.

Hang naar autonomie

Waar gaat het mis? Veel mensen zijn het verleerd elkaar nodig te hebben. We zijn zonder partner meestal prima in staat om ons leven vorm te geven. We willen autonoom zijn. Onze eigen boontjes doppen. En daarom laten we vaak een deel van onszelf, een kwetsbaar stuk, niet of niet meer zien aan onze partner. Want dat is niet het leukste stuk, om te laten zien. We zeggen misschien nog wel wat we vandaag hebben gedaan, maar we delen vaak niet meer hoe we het belééfd hebben. En bij de dieptepunten blijven we liever weg.

Samen jezelf zijn

Delen is meer dan praten. Delen is vertellen, mét gevoel. Delen is hét recept tegen eenzaamheid. Delen is óók het recept voor goede relaties. Ik pleit voor: eerlijk zullen we alles delen. Nou ja, bijna alles… Alles wat ons diep raakt. Suikergoed en buikpijn. Want als we delen wat ons raakt, en vragen om wat we nodig hebben, kunnen anderen ons geven waar we behoefte aan hebben. Zo simpel is het.

Wil je iets delen? Bel me!