Te verzuurd
Ik snuffel aan de desem. Yuk! Ruikt naar latex muurverf. Geen brood mee te bakken. Shit, te lang niet gevoed. Dat wordt morgen, op mijn vrije dag, niet lekker een beetje klooien met meelverhoudingen, maar iedere 6 uur bijvoeden met water en bloem, tot de desem weer wakker is en startklaar.
Desembrood bakken vraagt veel aandacht en tijd, álles moet kloppen. Maar dan heb je na een paar misbaksels ineens de slag te pakken, en heb je goddelijk brood. Brood dat aan een likje boter genoeg heeft, omdat het van zichzelf zo lekker is.
Alles uit de kast
Eigenlijk is relatietherapie net zoiets als bakken met desem. Als de relatie net als desem te verzuurd is, moet je niet proberen er deeg mee te kneden. Dan moet je eerst de desem weer startklaar maken door veel en intensief te voeden. Steeds maar weer aandacht hebben voor: wat is er precies aan de hand, hoe ruikt het nu, gaat het werken, komen er bubbels, dus leven in? Gaat het frisser ruiken? Komt het omhoog? In praktijk: cliënten vaak zien, laten vertellen, alle pijn en alle moeite uit de kast halen. Erkennen, ordenen, geruststellen, uitzoomen en weer inzoomen. Alles op het aanrecht leggen.
Door elkaar husselen en tijd geven
Pas als dat het geval is, kan ik aan de slag. Ingrediënten in een kom en mengen maar. Bloem, water, tijd geven. Zout, desem, kneden. Nog wat water ‘bijwassen’, kijken hoeveel vocht er nog bij kan, en weer kneden. Hoe meer vocht, hoe lekkerder het brood, en hoe langer houdbaar. En weer: tijd geven. Rekken en vouwen, iedere zoveel tijd, tot het deeg soepel en elastisch is, en mooi uitgerezen. Je kunt niet één stap overslaan.
Rekken en vouwen doe je om de glutennetwerken te versterken en organiseren. Doe je het niet, dan krijg je later je deeg niet gevormd tot een mooie bol of ‘batard’. Lukt gewoon niet.
Veerkracht opbouwen
Veel van mijn werk is rekken en vouwen. Er ligt een vormeloze massa gekneed vochtig meel in de kom, en daar moeten we iets mee. Ik til het op, zo hoog als het maar lukt, en vouw het dubbel. Naar alle kanten, Noord, Oost, Zuid, West, tot er een steviger bol in de kom ligt. En dan afdekken en op een fijn warm plekje zetten, om te rijzen. Mijn cliënten gaan naar huis.
Na een paar weken zie ik ze weer: mooi uitgerezen? Of was de keuken te koud, en is er niks gebeurd? Toch maar weer: rekken, vouwen, warmte toevoegen, en wachten.
Vormen als het goed voelt & heel heet afbakken
En ineens, na lang en geduldig bijblijven is het deeg zacht, soepel, glanzend. Ik kan het een heel eind uitrekken en het voelt veerkrachtig. Zaak om snel door te pakken: brood vormen (zorgen dat het niet aan het aanrecht – in de praktijk blijft plakken), nachtje in de koelkast, om de smaak te verdiepen en dan insnijden om te zorgen dat het gecontroleerd openbarst en een knapperige korst krijgt, en een krakend ‘oor’, als het straks is afgebakken. En dan heel snel, heel heet in de oven, in een loeihete braadpan. Ineens is het in drie kwartier klaar.
Zo gaat het met veel trajecten. Het begin is taai, en ploeterig, en het kan lijken als een herhaling van zetten, en dan ineens is het zomaar klaar om af te bakken, en is er een prachtig brood. Het toppunt van goed desembrood is brood met ‘konijnenoortjes’, mooi uitgerezen, rond ruggetje, mooi verdeelde grote en kleine luchtbellen. Zoiets als hierboven. Twee konijntjes, op een plankje.
En je weet waar konijntjes om bekend staan. Tijd om afscheid te nemen : )
Ik heb geduld met desem, en met mensen. Wees welkom, ik help je graag om iets van jullie relatie te bakken.
Recente reacties