Een andere wereld
Vorige week overleed mijn lieve Curaçaose oom Juan. Beste vriend van mijn vader, en later ook zijn zwager. Juan was voor mij de personificatie van mijn Antilliaanse roots, juist door de hechte band met mijn vader. Hij leefde het leven dat mijn vader leefde, voor hij naar Nederland verhuisde en met mijn Nederlandse moeder trouwde. Een leven van buiten zijn, jagen en vissen. Van over het eiland rijden in een Jeep, van kapmessen en lekkere hapjes, van streng zijn voor je kinderen en hen en mij met grote, zachte handen optillen.
Dankzij mijn oom maakte ik kennis met het eiland van mijn vader. We gingen vissen met zijn boot. Met een lijn nylondraad, om een houten klos. De eerste vis die ik op die manier ving, was een ‘mula’ van 27 kilo. Het beest woog net zoveel als ikzelf, op dat moment. Ik voelde een ruk en de lijn begon te vechten. Mijn vader en oom haalden hem binnen.
Jaren later was ik met mijn zoon terug op het eiland. We zaten met de familie bij elkaar, op de porch van het weekendhuis van mijn oom en tante. Iemand zei: ‘Hermine houdt ook van de mòndi’, Papiamentu voor de bush. En meteen nam mijn oom Juan ons mee, naar een plek waar niemand mocht komen, maar hij wel. Buiten, op de rotsige kust. Een uitgestorven landschap: scherpe rotsen, stekelige struiken, cactussen, dode geiten, roofvogels en de zee. Een van mijn dierbaarste herinneringen.
Toen we terugkwamen, had mijn tante een feestmaal aangericht. Tafels vol lekkers op de porch, iedereen met volgeladen borden op schoot op de oude leren banken. Etend, kletsend, tropisch keihard lachend en uitkijkend over zee. Aan het eind van de middag kwamen mijn neef en een zwager terug van de jacht met een stuk of wat leguanen voor de soep*, die ze schoonmaakten op de houten kabelhaspel achter op het erf. Mijn oom maakte zijn geweer schoon.
Mijn roots.
Eén been hier en eentje daar
Van de week voelde ik me verscheurd. Als je familie op Curaçao hebt, weet je dat elk afscheid het laatste kan zijn. En dat het goed mogelijk is, dat je niet bij een uitvaart kunt zijn. De vluchten zitten vol en als er nog iets te krijgen is, dan kost het een Godsvermogen. Ik kon er niet bij zijn, om mijn oom dag te zeggen. En alles in mij riep: ik hoor daar óók. Ik stelde me als troost mijn oom voor, in een mooi hoekje van de hemel, jagend en vissend.
Waarom nou dit stukje? Omdat ik er vol van ben. En ook omdat dit is waar ik met mijn cliënten naar kijk. Tante Es, het alter-ego van de Surinaamse Jörgen Rayman, vroeg het haar gasten altijd: ‘Vertel me, wie is je vader, wie is je moeder?’. Ze vroeg naar hun roots. Want die zijn bepalend voor hoe je leven loopt, of je het nou net zo doet als je ouders, of juist helemaal anders. Je bent niet los te zien van je gezin van herkomst, en van dat van je ouders en grootouders. En als je ergens tegenaan loopt in je leven, is het goed om eens naar je roots te kijken. Vaak zie je dan dat het logisch is, dat je doet, wat je doet. En kun je voorzichtig voelen en ervaren, dat het ook ánders kan. Dan komt er meer ruimte om te bloeien.
Keertje samen kijken? Ik kijk met plezier met je mee. En ik beloof je dat we ook zo nu en dan keihard lachen, want ik kan niet anders. Nou weet je ook waarom.
*Ik realiseer me dat je bij jagen en vissen bedenkingen kunt hebben. Maar het hoort ook bij mijn roots. Daarom wilde ik het niet achterwege laten.
Ik ben wel eens met vrienden en hem ’s avonds op zee wezen vissen.
Ik zou bijna zeggen: wie niet? Popchi, mijn vader, mijn opa, Johny Gorsira, tur hende 🙂 Ik hoop dat je er net zulke warme herinneringen aan hebt als ik.
Wat een lieve woorden over m’n vader. Een heel complex persoon, die deed waarvan hij dacht daar goed aan te doen.
We hebben hem gedragen, hoewel hij ons niet droeg.
Het is goed zo.
Nadim Elias Halabi
Dag Nadim, dank je wel voor je persoonlijke reactie. Kondoler i forsa <3 En ja, ik realiseer me dat we allemaal een andere Juan verliezen. Vanuit mijn werk en eigen leven weet ik dat het moeilijker kan zijn om ouder te zijn dan oom of tante. Dat kinderen soms niet krijgen waar ze behoefte aan hebben. Dat maakt het extra moeilijk om hem te dragen. Dankbaar dat je dat kon opbrengen, al maakt het het afscheid extra pijnlijk. Ta duel mi. Mi ta mandabo un mail, laganos ban topa un be, online of IRL.
ach liefie, wat schrijf je toch mooi! een extra knuffel voor jou! ×××
Dank je wel! Het is fijn voor me om te schrijven als ik verdriet heb. X
Prachtig verwoord. Het is precies zoals ik het mij herinner. Helaas liepen onze wegen ver uit elkaar, maar hij zit in mijn hart. Er gaat in mijn leven bijna geen dag voorbij dat ik niet aan hem denk, of heb gedacht.
De dag voor zijn overlijden was ik samen met mijn dochter in Bordeax. We zaten op een bankje met een stokbrood dat we met hadden gekocht. Toen ik het met mijn handen open maakte om te beleggen, schoot hij door mij heen. Ik vertelde aan mijn dochter dat mijn vader ook het brood zo open maakte. Duimen erin en open scheuren. Sardientjes pika met uitjes er in.
Nu zit er een scheur in mijn hart van verdriet, maar hij blijft er in.
Faridi Santing-Halabi
Faridi, gecondoleerd! Wat fijn dat je het ‘schilderijtje’ van je vader herkent. Ik op mijn beurt zie hem nu een broodje breken. Hij leerde me het woord Pan Franses.
Je kunt de liefde voor je vader voelen doordat je de scheur óók kunt voelen.
Sterkte, we zien elkaar!
hallo Hermine,
Ik herkende van de foto Juan Halabi die tussen 1958 en 1962 als student in huis bij ons in Utrecht gewoond heeft. Goede herinneringen. Uit die tijd herinner ik me ook Fanny Kroon, die met haar moeder toen ook regelmatig langs kwam. Wat later, toen wij een nieuwe flat kregen, heeft Cyro Kroon een tijdje bij ons op kamers gewoond.( ik denk 1970/1971) Hij deed de auto-opleiding in Driebergen. Lang geleden maar ik vind het toch leuk om het je te laten weten.Hoe is het gegaan met ze? vr. gr. peter adelaar
Dag Peter,
Wat bijzonder dat je mijn oom Juan herkende op de foto! Ik heb je een mailtje gestuurd met de antwoorden op je vragen. Hoor graag van je terug!
Hartelijke groet,
Hermine